Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Derhalve zeide de HEERE tot Mozes en tot Aaron: Omdat gijlieden [16]Mij niet geloofd hebt, dat [17]gij Mij heiligdet voor de ogen der kinderen van Israel, [18]daarom zult gijlieden deze gemeente niet inbrengen in het land, hetwelk Ik hun gegeven heb. 16. Dat is, omdat gij mijn woorden niet geloofd hebt, doende wat Ik u bevolen had, twijfelende of Ik machtig genoeg was uit te voeren wat Ik ulieden te doen bevolen had. 17. Mits op mijn woord den steen vrijmoediglijk bevelende dat hij water voortbrengen zou; het volk alzo een goed exempel gevende, om mijn woorden te geloven. 18. Gelijk God hier bedreigt, alzo is het geschied; want Aaron is gestorven op den berg Hor, onder, vs.28, en Mozes op en berg Nebo, Deut.34:.